Twee uitersten
Op zaterdagavond liep ik met Oegandees gezelschap in het donker op straat. In Oeganda is het standaard donker rond een uurtje of zeven. We waren onderweg naar de supermarkt op zoek naar een lekker rood wijntje. Four Cousins is dé wijn hier in Oeganda. Uiteraard drinken Oegandezen vooral mierzoete wijn, dus een droge was ook niet te vinden in deze supermarkt. En geloof mij, wijn is hier ontzettend duur. Maar vooruit, waarom ook niet?
Even later zat ik met hetzelfde gezelschap te genieten van mijn rode wijn, op een plastic stoel onder een prachtige groene boom. We hadden ons eigen terrasje gecreëerd. Terwijl we een spelletje speelden, bleven vrienden van mijn gezelschap komen en gaan. Ja, ik had het naar mijn zin, voelde me op mijn gemak!
Je zou denken dat dit een vredige scene is voor in een film, maar ons eigen terrasje was in de âgettoâ van Kampala, zoals de Oegandezen het zelf omschreven. Terwijl ik van de peperdure wijn genoot, zag ik kinderen die in Nederland allang op bed zouden liggen, naar het waterpunt lopen om de jerrycans te vullen. Kinderen die niet naar school gaan, omdat het niet betaald kan worden.
Een meter vanaf dit waterpunt merkte ik een kroeg op, voor zover ik het een kroeg kan noemen. Het is enkel een donkere container waar alcohol werd verkocht. Buiten deze container stonden twee houten bankjes, bezet door klanten die al vanaf de vroege ochtend Ugandan Waragi (rum) dronken. Klanten die broodmager zijn en volgens mijn gezelschap allemaal een goede reden hebben om naar de fles te grijpen. Wat zullen al deze redenen toch zijn?
Achter de kroeg was een smal steegje, waar ik tot mijn grote schrik een dame gehurkt zag zitten. De penetrante geur die ik eerder al had opgemerkt, bevestigde dat zij aan het urineren was en dat deze dame absoluut niet de eerste is. Een steegje waar iedereen zijn behoefte doet, die volgegooid is met afval en tevens het pad is naar het huis van mijn gezelschap. Dit huis is enkel een kamer met een bed.
En net toen ik de omgeving in mij opnam en mij afvroeg hoe de toekomst van al deze mensen eruit zal zien, hoorde ik Ă©Ă©n van de vrienden zeggen: âBe blessed you are here, many people donât have this life!â en langzaam liet ik deze woorden tot me doordringenâŠ
De volgende dag werd ik uitgenodigd door hetzelfde gezelschap om mee te gaan naar een goede kennis. Samen stapten we op de boda (brommertaxi). We reden door een rustige en groene wijk, waarvan ik dacht dat deze volgebouwd stond met prachtige hotels die enkel voor rijke lui bedoeld was. âHier is het!â, hoorde ik mijn gezelschap zeggen.
Nadat ik het elektrische hek open zag gaan, werd ik verwelkomd door een vriendelijke Oegandese man, die er rond en gezond uit zag. Hij droeg opvallende gelakte blauwe schoenen met een slangenprint (niet per se mijn keus). Ondanks het tien uur in de ochtend was, bood deze meneer mij een sterke drank aan. âNee, bedanktâ en eventjes moest ik grinniken dat zowel in de âgettoâ als in deze ârijkelui-buurtâ in de vroege uurtjes alcohol benuttigd wordt.
Niet veel later zat ik in mijn eentje aan een lange keukentafel thee te drinken, terwijl de marmeren vloer in mijn ogen glinsterde. Ik werd sociaal gedwongen het eten te voltooien, dat maar bleef komen. Voldoende voor een heel weeshuis. Onbewust strekte ik mijn rug, at ik het brood met mes en vork en depte ik keurig mijn mond af met een servet (nee, normaal is dit niet mijn stijl). Ik voelde me opgelaten en hoorde langzaam de secondewijzer tikken. Ik realiseerde me dat dit geen hotel, maar een té grote woning is voor een gezin met één kind, waarvan het huishouden wordt gerund door vier personeelsleden die in dienst zijn van dezelfde vriendelijke man die me verwelkomde. Waar bleef mijn gezelschap? Waarom zit ik hier alleen in deze té grote keuken? Had ik tóch maar voor die sterke drank gekozen.
In Ă©Ă©n weekend heb ik de twee uitersten van Oeganda gezien. De âgettoâ en het ârijkelui-buurtâ. Een bijzondere en waardevol ervaring. Mijn gezelschap en zijn vrienden waren het er unaniem over eens dat ik beter pas in de âgettoâ. Ik glimlach nu ik terug denk aan de woorden van mijn gezelschap: âPetra, ik woon in de getto, maar ik heb mij nog nooĂt arm gevoeld. Mijn moeder heeft mij dat geleerd. Ja, als kind verkochte ik bananen aan de weg, soms had ik een dag geen eten, maar de andere dag wist ik toch weer wat geld te verdienen. Ik leefde van dag tot dag. Ik heb geleerd dat ik moet strijden voor eten, de rijkelui-kinderen niet. En dĂĄt maakt mij rijk!â
Dus, ja: wat is nu eigenlijk rijkdom en armoede?
Reacties
Reacties
Schitterend! Je laatste zin treft ook mijn ervaring met arm en rijk!
Hoi Petra, wat weer prachtig geschreven. Geniet nog even van je tijd daar.
Veel liefs
Wij weten nu precies hoe het daar is Petra. Zeker arm en rijk.
Maar de mensen lijken allemaal vrolijk en te genieten van de dag.
Geniet ook nog maar van deze bijzondere mooie ervaring.
Het zal straks weer moeilijk zijn om hier in dit koude kikkerlandje te wennen.
Dikke kus van ons
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}